Het tweede nachtboek van Jan Fabre geeft een uniek beeld van de spannende kunstscene van de jaren tachtig

Jan Fabre koestert de geleende tijd van de nacht. Daar vindt hij de verstilling om de constante stroom van ideeën en energie aan het papier toe te vertrouwen. Want zijn verbeelding stopt nooit, ze houdt hem wakker. In 1978 begint hij notities bij te houden van zijn slapeloze gedachten. Hij denkt, bedenkt, ontdekt, bekent en betekent. Hij verzamelt zijn geschiedenis, schrijft het scenario van zijn toekomst. Hij geeft zichzelf een missie: met zijn artistieke werk wil hij zo veel mogelijk poëtische schade aanrichten. En de schoonheid verdedigen.

Nachtboek 1985-1991 is het tweede deel van de integrale uitgave van Jan Fabres dagboeken. Het begint met het succes van De macht der theaterlijke dwaasheden, de voorstelling waarmee hij zijn plaats in de theatergeschiedenis verovert. Fabre schrijft zijn persoonlijke mythologie, terwijl hij samenwerkingen aangaat met Robert Mapplethorpe, Helmut Newton, Mikolaj Gorecki, Eugeniusz Knapik, William Forsythe/Ballet Frankfurt, Jan Hoet, Wim Beeren en vele anderen.